

11. TOEN WAS ER NOG MAAR ÉÉN
Het verzorgen der dieren went snel. Meteen als je wakker bent flesje vullen, flesje in heet water tot het warm genoeg is, op de pols voelen of de temperatuur wel goed is, hetgeen nog vrij moeilijk is. Dan de egeltjes
met vier handen oppakken, en het tuutje naar binnen proberen te krijgen.
Wred, de sterkste, heeft het snel door en zuigt zich bijna
vacuüm als hij melk ruikt. Maar de ander heeft het moeilijk
en wordt steeds zwakker. Hij is minder rond, krijgt ingevallen oogjes en doffe stekeltjes. Na een paar dagen overlijdt hij jammer genoeg.
Sneu voor Wred ook. We richten nu alle aandacht op hem. Hem móeten we gewoon in leven houden. ->